Weerstand roept weerstand op.  Het ontstaat wanneer je je niet gehoord, gezien of begrepen voelt. Misschien herken je dit…

De afgelopen maanden heb je keihard gewerkt. Je hebt afspraken met vrienden afgezegd, je gezin verwaarloosd en eerlijk gezegd jezelf ook. Maar het was de moeite meer dan waard. Want dit nieuwe proces zal niet alleen de kosten drukken maar ook een positieve invloed hebben op de klanttevredenheid.

Je bent nog niet aan het eind van je presentatie gekomen of je ziet al teamleden driftig nee schudden en een gesloten houding aannemen. De verwachtte golf aan enthousiasme blijkt een ijskoude douche. Bij ieder woord krimp je ineen: “Dit lijkt me geen goed plan”, “Waarom iets veranderen wat al goed werkt?” en daar is ie dan: “Wie ben jij dan wel niet om te zeggen dat we ons werk niet goed doen?”

Je voelt jouw weerstand groeien. Wie denken zij wel dat ze zijn om een goed onderbouwde verandering zo aan de kant te schuiven?

Veranderingen en weerstand

Veranderen is sowieso moeilijk en dat heeft alles te maken met ons neuraal netwerk. Want zo’n 95% van ons gedrag is automatisch en gebeurt dus onbewust. Die automatische piloot, die koesteren we. Daar komt nog bij dat veranderen onzekerheid betekent. Dit roept angst op. Angst voor verlies, gemis of een uitkomst die je niet wilt.

En waar je in je privéleven nog vaak zelf kiest voor verandering worden op de werkvloer veranderingen vaak opgelegd. Dat tast dus ook nog eens je vrijheidsgevoel aan. Een walhalla waar weerstand welig tiert.

Weerstand in beeld

Weerstand ontstaat dus vanzelf bij veranderingen. En als je daarbij dan ook nog een beperking in je (keuze)vrijheid ervaart, dan vergroot dit je weerstand bovendien. Wees je bewust dat weerstand ontstaat. Daar is dus altijd een proces aan voorafgegaan.

Dit zijn de drie processtappen van de reactantietheorie (Brehm, 1966):

  • Je ervaart een oneerlijke beperking van je handelen.
  • Dit activeert jouw weerstand waardoor je emotioneel, koppig en ietwat irrationeel reageert.
  • Je moet handelen om je weerstand weer op te heffen.

Welke situaties veroorzaken weerstand?

Veranderingen in werkprocessen, structuren en reorganisaties. Medewerkers ervaren dit als iets dat ze overkomt en wat van bovenaf wordt opgelegd. Vaak voelen ze zich overrompeld en niet gehoord. Hun eigen ideeën zien ze als sterkere alternatieven.

Vereiste gedragsveranderingen. Denk hierbij aan kledingvoorschriften, eet- en leefgewoonten. Deze veranderingen tasten vooral het gevoel van vrijheid en eigen regie aan.

In leersituaties. Zeker een bekend item voor onderwijsgevenden. Ook hier overheerst het gevoel van iets moeten doen, waarvan je het nut niet inziet. Of dat je oude ideeën moet loslaten.

Typische weerstandsvormen op de werkvloer

Op de werkvloer komen we verschillende vormen tegen, zoals deze.

  • Sommigen proberen achter de schermen tegenstanders te mobiliseren.
  • Anderen schuiven elk verantwoordelijkheidsgevoel af. Of herhalen continu hun argumenten waarom de verandering niet goed is.
  • Weer anderen hoor je niet. Omdat ze echter hun gedrag niet veranderen frustreren ze alsnog het verandertraject.
  • Tenslotte is ook nog een groep die hun ongenoegen uit door te mopperen. En dat is niet bevorderlijk voor een positieve werksfeer.

Valkuilen

De grootste valkuil is misschien wel weerstand als iets negatiefs te zien. Je komt verder met een positieve benadering. Zie het liever als betrokkenheid. Het heeft over het algemeen weinig zin om in discussie te gaan, te overtuigen of te onderhandelen.

Verder is het van belang om de aanleiding van de weerstand te ontdekken, voor je succesvol interventies kunt toepassen. Mogelijk is het zelfs een signaal dat de voorgestelde verandering niet de beste oplossing is.

Wat werkt dan wel?

Uiteraard is het situatief afhankelijk welke interventies het grootste succes opleveren. Kijk vooral ook wat het best bij jou als persoon past.

  1. Het proefballonnetje is een prima methode om te peilen of er weerstand is tegen bepaalde veranderingen. Dit stelt je in staat je veranderingen beter voor te bereiden.
  2. In dezelfde categorie valt het creëren van draagvlak. Door de ander bondgenoot te maken krijgt deze als vanzelf meer zin om na te denken over jouw plannen.
  3. Geef ruimte aan de ander zodat er ook ruimte ontstaat voor de emotie die jouw voorstel oproept. Dit geeft een betere uitkomst dan er gelijk tegenin gaan.
  4. Benoem de weerstand die je opmerkt en geef de ander de kans om te reageren en eventuele bezwaren of zorgen te delen.
  5. Luister naar de ander en erken de weerstand. De ander voelt zich daarmee gehoord en gezien, wat vaak al een deel van de weerstand wegneemt.
  6. Informeer welke bezwaren er zijn tegen de voorgestelde verandering. Gewoon door er rechtstreeks naar te vragen.
  7. Profiteer van het protest. Vraag wat er nog aan het voorstel ontbreekt of welke verbeterpunten er nog zijn. Gebruik de kennis en ervaring van de ander om jouw verandering beter te maken.
  8. Meebewegen en kantelen kan tot verrassende uitkomsten leiden. Denk maar aan judo of aikido.
  9. Ontdek de achterliggende emotie.

Conclusie

Weerstand ontstaat. Er ligt altijd een proces aan ten grondslag. Het zorgt voor emotionele, koppige en soms irrationele reacties. Het is onmogelijk om weerstand volledig te voorkomen omdat het vaak in ons onbewuste brein wordt getriggerd.

Door weerstand te herkennen is het wel mogelijk om het bespreekbaar te maken en daarmee op te lossen. Beschouw weerstand daarom niet als iets negatiefs, maar zie het als betrokkenheid. Hiermee verklein je de kans zelf ook in weerstand te schieten.

En vergeet niet, achter weerstand zit een verlangen. Besteed daar ook aandacht aan. Het is bovendien besmettelijk. Wees dus extra alert in groepen en parkeer bepaald weerstandgedrag om daar in een 1:1 gesprek op terug te komen.

In de opleiding Leren (Team) Coachen experimenteren we met verschillende interventiemethodieken én de effecten bij weerstand in groepen. Interesse? Gebruik de knop voor meer info en aanmelding voor deze opleiding.

Leestip: Onze ijsberg smelt (Kotter, 2006)